Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 mei 2021
Verzoeker ervaart op dagelijkse basis veel last van zijn voornaam. Reden hiervoor is dat zijn beleving de naam in Nederland veel opvalt en vragen oproept; zo ervaart verzoeker vaak negatieve ervaringen m.b.t. zijn voornaam wegens onder meer discriminatie. Hij heeft een buitenlandse voornaam. Verzoeker moet voor werk vaak internationale reizen maken en het valt hem sterk op dat zijn vaak zorgt voor vooroordelen en negatieve benaderingen. Hij krijgt in het algemeen ook vaak vragen over zijn naam en zijn afkomst. Verzoeker ervaart dit als zeer belastend, mede omdat hij zich volledig Nederlander voelt en ook als zodanig aangesproken en behandeld wil worden.
Verzoeker wil om deze redenen zijn voornaam wijzigen. Dit is verder van belang omdat hij al circa 15 jaar een zelfgekozen roepnaam draagt, die hij aldus formeel wil maken. Verzoeker zou het prettig vinden om alle hinder rond zijn officiële naam weg te nemen en de roepnaam te formaliseren, zodat het tevens recht doet aan zijn sinds jaar en dag gevoerde naam in het dagelijks verkeer.
Verzoeker wil samenvattend om de volgende redenen zijn voornaam wijzigen:
– verzoeker ervaart met regelmaat (naam)discriminatie;
– de naam valt in negatieve zin op in de Nederlandse maatschappij (o.a. sollicitaties) en het trekt daardoor ongewenste aandacht, in de zin van vragen/opmerkingen. Verzoeker is dat zat en wenst deze hinder niet meer;
– er is sprake van veronderstellingen en vooroordelen;
– verzoeker ervaart aan den lijve dat hij anders wordt behandeld zodra men achter de naam van verzoeker komt.
Voor verzoeker is enkel het gebruik van zijn roepnaam niet voldoende, omdat hij in het maatschappelijk verkeer toch vaak gedwongen wordt om zijn officiële naam te voeren. Zodoende dat hij nu komt tot een definitieve wijziging.
De rechtbank oordeelt dat verzoeker een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij het verzoek tot voornaamswijziging. Zij wijst de aanvraag toe.