Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 juni 2021

Verzoekers zijn sinds enkele maanden ouder van een dochter. Ze hebben samen de naam van hun dochter uitgekozen, Sofi Leya.*

Rond de geboorte van hun dochter kwam er veel op verzoekers af. Dat heeft er mede toe geleid dat verzoeker, die de geboorteaangifte deed, per abuis alleen de naam Sofi aangaf bij de geboorte. Hij kwam vervolgens tot de ontdekking dat hij een fout had gemaakt, maar toen was het al te laat. De tweede voornaam kon niet meer bij de gemeente alsnog worden doorgevoerd.

Verzoekster betreurt de fout door verzoeker ten zeerste, omdat de naam Leya voor haar zeer belangrijk is. De naam heeft voor verzoekster een emotionele betekenis, omdat deze refereert aan haar grootmoeder. De namen Sofi Leya staan wel op de geboortekaart van hun dochter vermeld en verzoeker zou verzoekster tegemoet willen komen in haar wens om de minderjarige alsnog de tweede voornaam te geven. De wens om de minderjarige te vernoemen leeft bij hen beiden.

Verzoekers menen dat de toevoeging van de tweede voornaam om een aantal redenen van belang is:

– de naam is een vernoeming naar de grootmoeder van verzoekster; verzoekster heeft daar een goede band mee gehad en acht het mede daarom van belang dat de minderjarige naar haar wordt vernoemd;

– er is sprake geweest van een fout bij de geboorteaangifte, omdat verzoekers altijd de intentie hadden om de minderjarige twee voornamen te geven.

De rechtbank wijst, gezien de motivatie van verzoekers, het verzoek toe. Hun dochter zal alsnog de tweede voornaam Leya komen te dragen.

* Echte voornamen zijn gefingeerd.