Uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2021
Verzoeker heeft zijn officiële voornaam gekregen vanuit de kerk. Verzoeker heeft op jonge leeftijd negatieve ervaringen met de kerk opgedaan en mede daardoor heeft de naam bij verzoeker een sterke afkeer gewekt. Verzoeker meent dat hij een traumatische jeugd heeft gehad. Ook is hij op jonge leeftijd gepest geweest met zijn voornaam, waarbij klasgenootjes verbasteringen maakten op zijn voornaam. Verzoeker is ten gevolge hiervan in een identiteitscrisis terechtgekomen en het leidde er op een gegeven moment zelfs toe dat verzoeker zijn voornaam niet meer wilde uitspreken.
Naarmate verzoeker ouder werd, besloot hij zijn voornaam te veranderen. Dat heeft hem gelukkig gestemd. Hij heeft sindsdien zoveel als mogelijk geprobeerd te naam gebruikt. Waar mogelijk hanteerde hij de naam in het dagelijks verkeer, maar hij kwam er al snel echter dat het ondoenlijk was om zijn omgeving zo ver te krijgen om de naam ook daadwerkelijk te gebruiken. Alleen bij de mensen die hem niet kenden bij zijn geboortenaam, spraken verzoeker aan met zijn nieuwe, zelfgekozen roepnaam.
E.e.a. heeft ertoe geleid dat verzoeker rond zijn 18e pogingen heeft ondernomen om buiten zijn geboortestad een nieuwe identiteit aan te nemen. Uiteindelijk heeft verzoeker besloten om te verhuizen naar elders in het land en een strikte scheiding te maken tussen personen die hij al kende, en nieuwe personen. Op deze manier kon hij een nieuwe, frisse start maken. Verzoeker heeft zijn nieuwe roepnaam altijd gebruikt bij nieuwe vrienden, collega’s, werkgevers, etc. Thans weet vrijwel niemand binnen de sociale kring van verzoeker dat hij eigenlijk anders heet.
Verzoeker ziet zich nu voor het feit gesteld dat de oude naam hem ‘achtervolgt’. Hij is bang dat zijn vrienden achter zijn daadwerkelijke naam zullen komen. Alleen het idee zelf al bezorgt verzoeker spanning. Hij wil het hoofdstuk met zijn oude naam volledig afsluiten en de psychische druk rond de voornaam wegnemen. De reden dat verzoeker de namen nog wel wilt behouden als tweede en derde voornaam, komt omdat hij zijn familie niet in verwarring wenst te brengen. Tevens wenst hij uit respect naar zijn familie de namen niet volledig te doen vervallen. De gewenste wijziging leidt er evenwel toe dat verzoeker de gewenste nieuwe roepnaam in het dagelijks verkeer zal kunnen voeren.
De rechtbank acht, gelet op de motivatie van verzoeker, voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een zwaarwichtig belang heeft bij het verzoek tot voornaamswijziging. Zij wijst de aanvraag tot naamswijziging toe.