Uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 december 2020

Verzoeker is van origine Indonesisch en zijn ouders zijn daar geboren en getogen. Zij hebben de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog meegemaakt. De vader van verzoeker bewonderde een bepaalde onafhankelijkheidsstrijder uit die periode en koos ervoor om verzoeker naar hem te vernoemen. Verzoeker heeft dit altijd erg betreurd.

De Indonesische onafhankelijkheidstrijd vormde een belangrijk deel uit de familiegeschiedenis van verzoeker. De vader van verzoeker achtte voornoemde onafhankelijkheidstrijder een held en had verzoeker om die reden naar hem vernoemd. Bij leven had verzoeker een slechte band met zijn vader. Er was sprake van een militaristische opvoeding en verzoeker kwam geregeld met striemen op school aan. Zelf beschouwt verzoeker de genoemde onafhankelijkheidstrijder als een antiheld en kan zich niet vinden in de vernoeming naar hem. Verzoeker heeft al eerder de wens gehad om een andere voornaam te dragen, maar mede gezien de gevoeligheid van het onderwerp heeft hij dit binnen het gezin nooit bespreekbaar gemaakt. Hij heeft echter wel alle tijd de wens gehad om een andere voornaam aan te nemen, maar heeft dat nooit bij zijn ouders kenbaar gemaakt.

Verzoeker leerde op latere leeftijd een grootvader kennen, die lange tijd woonachtig was geweest op Indonesië. Deze grootvader speelde in zekere zin een vaderrol in het leven van verzoeker en hij heeft daar een goede band mee opgebouwd. Mede om hem te eren en om afstand te doen van de slechte band die verzoeker met zijn vader heeft, wenst verzoeker zichzelf te vernoemen naar zijn grootvader. Verzoeker voelt zich hier content bij. Hij heeft in het geheel geen binding met zijn huidige voornaam en herkent zich ook niet in die naam. Door dit verzoek in te dienen kan verzoeker afstand doen van zijn verleden en de band met zijn vader.

De rechtbank oordeelt dat verzoeker heeft aangetoond een voldoende zwaarwichtig belang te hebben bij het verzoek. Zij wijst de aanvraag tot voornaamswijziging toe.