Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 juni 2020

Verzoeker wenst via een verzoek aan de rechtbank zijn voornamen te wijzigen in een bepaalde roepnaam en wil daarbij zijn tweede voornaam behouden. Reden voor het verzoek is, is dat verzoeker in het dagelijks leven sterke hinder van zijn officiële voornaam ervaart. Dat komt omdat hij in 2011 is bekeerd tot het islamitisch geloof en hij inmiddels bij vrienden, familie en kennissen bekend staat met een zelfgekozen roepnaam.  Deze voornaam is een referentie naar een bekende profeet binnen de islam.

Thans ondervindt verzoeker in het dagelijks leven sterke hinder van het feit dat hij nog wordt aangesproken onder zijn ‘oude’ namen. Deze door hem ervaren hinder is mede gelegen in het feit dat hij de gewenste roepnaam sinds enkele jaren onofficieel draagt. Hij wil met een officiële aanpassing bewerkstelligen dat hij niet telkens hoeft uit te leggen waarom zijn officiële voornamen afwijken van zijn roepnaam.

Bovendien beschouwt verzoeker de roepnaam als een onderdeel van zijn identiteit en wenst om die reden de sinds jaren in gebruik geraakte roepnaam officieel vast te leggen. Reden dat hij evenwel de tweede voornaam wil blijven behouden is omdat dit een neutrale voornaam is en hij uit eerbied naar zijn ouders toe deze voornaam wenst te blijven behouden.

Gezien het zwaarwegende belang bij het verzoek tot voornaamswijziging wijst de rechtbank de aanvraag (schriftelijk) toe. Er hoeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaats te vinden, zoals overigens ook niet gebruikelijk is bij een verzoek tot voornaamswijziging.