Uitspraak van de rechtbank Limburg van 13 mei 2020
Verzoeker ervaart in het dagelijks leven hinder van zijn officiële voornaam. Dit komt onder meer omdat zijn feitelijk gehanteerde roepnaam al vanaf zijn geboorte Marc* is, maar hij nog op officiële documenten wordt vermeld als Deniz.* Dit heeft verzoeker over de jaren in toenemende mate gestoord, omdat hij gevoelsmatig ‘twee identiteiten’ heeft. De ouders van verzoeker hebben hem destijds willen aangeven onder de naam Marc, maar in Turkije werd dit kennelijk niet geaccepteerd omdat dit geen Arabische naam is. Omdat verzoeker op korte termijn in het huwelijk gaat treden, heeft dit hem tot de eindoverweging gebracht om voor eens en voor altijd zijn voornaam te wijzigen.
Ter onderbouwing van de stelling: dat verzoeker sinds jaar en dag door het leven gaat onder de naam Edgar, legt hij in de procedure een aantal bewijsstukken over. Op basis daarvan en op basis van een schriftelijke toelichting van verzoeker is hij van oordeel een voldoende zwaarwichtig belang te hebben bij het verzoek tot voornaamswijziging. Ook is hij van oordeel dat het maatschappelijk belang bij een consistente hantering van voornamen in deze van beperkt belang moet worden geacht; hij zal immers zijn sinds jaar en dag bestaande roepnaam formaliseren. Verondersteld wordt dat het maatschappelijk belang daardoor juist gediend zal worden.
Gelet op de motivatie van verzoeker acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd ter zake van het verzoek tot voornaamswijziging. Zij wijst het verzoek toe.
* Echte voornamen zijn gefingeerd.