Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 29 juli 2020
Verzoekster ervaart haar officiële voornaam, Nellie,* al haar hele leven als een last. Vroeger kregen de oudste kinderen namen van de grootouders en dit was bij verzoekster ook het geval. De oma van verzoekster heet Nellie. De ouders van verzoekster vonden die naam niet mooi maar durfden verzoekster niet anders dan zo te vernoemen. Voor de oma van verzoekster was een vernoeming een strikt vereiste. De moeder van verzoekster kon toen nog niet zonder de goedkeuring van haar moeder en deed wat werd verwacht. Verzoekster heeft diverse nichten die ook de voornaam Nellie hebben. Ook daarvan weet verzoekster dat ze de naam zo min mogelijk noemen.
Vaak heeft de moeder van verzoekster aangegeven dat ze eigenlijk een andere naam had willen geven. Nellie had voor haar geen positieve klank met name omdat de oma van verzoekster niet de moeder was die ze graag had gewild en als kattig en dominant werd geassocieerd. De naam van verzoekster bracht haar steeds in herinnering aan haar moeder en dat was niet positief. Het is dan ook voor verzoekster zo dat zij van de naam Nellie af wil. Altijd als verzoekster haar voornaam moet vertellen, krijgt zij daar een steek van haar mijn maag. Ze vindt het verschrikkelijk om de naam te dragen. Ook zij heeft een afschuw van de naam Nellie.
Verzoekster heeft onderzocht waar die negatieve gevoelens vandaan komen. Zij is tot de conclusie gekomen dat zij de naam Nellie meer vindt passen bij een koe. De naam van Nellie past niet bij verzoekster; zij wil die naam niet dragen. Ze is al lang bezig met de procedure tot voornaamswijziging, maar is nu daadwerkelijk in staat om de procedure in gang te zetten.
De rechtbank oordeelt, gezien de motivatie van verzoekster, dat de aanvraag aan de wettelijke voorwaarden voldoet en overigens sprake is van een zwaarwegend belang. Zij wijst het verzoek toe.
* Echte voornaam is gefingeerd.