Uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 december 2020
Verzoekster gebruikt al vanaf haar jonge jeugd een bepaalde roepnaam, die zij erg mooi vindt. Zowel vrienden, familie als kennissen kennen verzoekster niet anders dan dat zij zo heet. Toen ze nog jong was, realiseerde ze zich niet dat haar voornaam officieel eigenlijk afwijkt van haar roepnaam, maar toen ze naar de middelbare school ging, is het haar steeds meer beginnen te storen dat ze feitelijk twee namen heeft.
Verzoekster vindt het onprettig dat ze op bijna dagelijkse basis wordt geconfronteerd met het feit dat ze eigenlijk twee namen heeft. Ze ervaart er ook praktische problemen door, omdat ze bij het regelen van officiële zaken vaak niet kan aantonen dat het om dezelfde persoon gaat zodra ze haar roepnaam gebruikt. Dit heeft onder meer eens problemen opgeleverd bij het boeken van vliegreizen.
Verzoekster wil graag van alle verwarring rondom haar voornaam af en dat ze ook daadwerkelijk wordt aangesproken met haar sinds jaar en dag bestaande roepnaam. Op die manier kan er ook geen verwarring meer ontstaan. Ook vindt ze de officiële voornaam niet mooi, omdat deze in haar ogen eigenlijk een mannelijke voornaam betreft. Het komt wel eens voor dat ze op basis van haar voornaam wordt gezien als man.
De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang en wijst het (schriftelijk) verzoek toe. Er was geen mondelinge behandeling ter zitting nodig.