Uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 december 2020

Verzoekster heeft een officiële voornaam, maar gebruikt in plaats daarvan al 22 jaar de zelfgekozen roepnaam Lisa.* De reden hiervoor is dat zij afkomstig is uit Tsjechië en haar officiële naam is te lande (zeer) lastig uit te spreken. De meisjesnaam van verzoekster luidt daarnaast Ševal, met tot gevolg dat de officiële namen – vanwege de moeilijkheid ervan – verzoekster belemmeren in het maatschappelijk verkeer. Als verzoekster zich voorstelt met haar echte naam schaamt zij zich en om die reden gebruikt zij nagenoeg altijd haar roepnaam. Haar officiële namen passen niet bij haar en – in de beleving van verzoekster – in de Nederlandse maatschappij. Ze vindt de roepnaam daarentegen passend bij haar land van herkomst, maar zelfs daar moet verzoekster haar officiële namen soms twee keer herhalen.

Verzoekster beseft zich na een periode van 22 jaar dat zij niet content is met haar officiële namen en wenst om die reden haar zelfgekozen roepnaam te formaliseren.

Verzoekster verwijst ter onderbouwing van het verzoek naar uitspraak van de rechtbank Maastricht van 11 september 2012, ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2910, waarin de rechtbank overwoog:

Dat vele anderen ook positieve associaties bij de naam [naam] zullen hebben, of daar volstrekt onverschillig tegenover staan, kan daar voor [naam] kennelijk niet tegen opwegen. Dat betekent dat de rechtbank in het kader van de door haar in de onderhavige zaak aan te leggen toets simpelweg ervan heeft uit te gaan dat (verzoeker, red.) in het dagelijkse leven veel last heeft van het gebruik van zijn voornaam. Dat die last sterk subjectief is ingekleurd, kan daaraan niets afdoen. De persoonlijke belangen van [naam], ook al zou iemand anders geen of veel minder last ervaren van die voornaam, acht de rechtbank voldoende zwaarwichtig voor de verzochte wijziging van zijn eerste voornaam. Het algemeen belang, waaronder het belang van het rechtsverkeer, waarbij een zo hoog mogelijke naamconsistentie hoog in het vaandel staat, dient in deze zaak dan ook te wijken voor het persoonlijk belang van [naam].”

Gezien de toelichting van verzoekster wijst de rechtbank de aanvraag (schriftelijk) toe. Er heeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaatsgevonden.

* Echte voornamen zijn gefingeerd.