Uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 24 maart 2021
Verzoekster gebruikt i.p.v. haar eerste voornaam, al vanaf haar 14e haar derde voornaam als roepnaam. Dat heeft voor haar een aantal redenen.
Voor verzoeker roept haar eerste voornaam negatieve gevoelens op, omdat de naam sterk lijkt op een Engels woord. Eigenlijk spreek je de naam in Nederland niet letterlijk zo uit, maar toch blijkt verzoekster dat de naam in Nederland vaak verkeerd wordt gebruikt en toch op zijn Engels wordt uitgesproken.
Ze heeft ook vele negatieve herinneringen aan de naam d.w.z. al op de basisschool kreeg verzoekster te maken met plagerijen/pesterijen. De naam valt ook vaak op bij een bezoek in een (Engelstalig) land en verzoekster heeft regelmatig negatieve reacties rond de voornaam moeten dulden. Dit alles heeft gemaakt dat ze al vanaf haar 14e haar derde voornaam als roepnaam gebruikt. In het dagelijks leven stoort de officiële naam haar aanzienlijk; bijvoorbeeld als ze officiële zaken moet regelen en ze de Engelse voornaam dan terugkomt. Ze wil van de naam af.
Voor haar is het verzoek verder belangrijk vanwege het feit dat de vader de derde voornaam van verzoekster heeft gekozen; hij is van jongs af aan zeer betrokken in haar leven en zij hebben een hechte band. De derde voornaam heeft daarom een speciale betekenis en ok in dat opzicht belemmert de eerste voornaam haar, omdat ze vrijwel wordt dagelijks geconfronteerd met de eerste voornaam, terwijl zij voor de buitenwereld de derde voornaam gebruikt. Ondanks uitdrukkelijk verzoek wordt ze door de familie van moeders kant wel aangesproken met de eerste voornaam en daardoor voelt zij op dagelijkse basis veel boosheid en verdriet. Ze worstelt ook met een aantal vragen, zoals; waarom heeft haar moeder zo slecht nagedacht over de voornaam, vanwaar de onbedachtzaamheid, etc. Deze gedachtes zorgen voor psychische stress en dat leidt ook tot een verslechtering van de studieprestaties.
Tot slot heeft verzoekster veel negatieve herinneringen aan haar jeugd, waarbij haar naam dan bijvoorbeeld op school (per abuis) verkeerd werd uitgesproken of dat er tijdens bezoek in een Engelstalig land vreemd wordt opgekeken van de naam van verzoekster. Ook ondervindt verzoekster last van haar naam, als zij officiële documenten moet invullen. Ze vermijdt dan liever haar officiële naam indien mogelijk, vanwege de schaamte. Ook ondervindt zij hinder bij tentamens als zij haar officiële naam moet gebruiken, naar de dokter moet e.d.
Gezien de motivatie van verzoekster wijst de rechtbank het verzoek (schriftelijk) toe. Er heeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaatsgevonden.