Uitspraak van de rechtbank Limburg van 31 maart 2021
Verzoeker ondervindt hinder van zijn voornaam, omdat hij een aantal jaren – ten onrechte – in verband gebracht met een aantal criminele activiteiten. Zijn naam kwam toen naar voren in mediapublicaties.
In het dagelijks leven ervaart hij zowel in privé- als zakelijk opzicht hinder van de publicaties, onder meer omdat hij in verband met zijn werk de continue vrees heeft dat (potentiële) klanten informatie over verzoeker proberen te vinden op internet. Hij heeft niets met de aantijgingen van doen, maar hij blijft de nadelige gevolgen van de publicaties ondervinden. Mede omdat de artikelen dateren van enkele jaren geleden, zijn ze ook niet (meer) relevant voor het publiek. Het achtervolgt verzoeker evenwel al enkele jaren. Hij wil een nieuwe start maken in zijn leven en niet langer in verband worden gebracht met de nieuwspublicaties.
Verzoeker heeft een verklaring van een psycholoog, die het belang onderschrijft dat verzoeker zijn naam kan wijzigen. Uit de verklaring blijkt dat verzoeker veel bezig is met de gevolgen die de nieuwspublicaties op het leven van verzoeker hebben en dat hij slecht slaapt. Verzoeker is continue bang dat iemand iets verkeerds over verzoeker heeft gezien op internet. De psycholoog van verzoeker onderschrijft het belang van de voornaamswijziging omdat hij meent dat de bestaande klachten van verzoeker zullen verergeren indien de voornaamwijziging niet kan worden geëffectueerd. Verzoeker meent dat hij, door de voornaamswijziging, een nieuwe start kan maken in zijn leven en dat hij de vervelende associaties m.b.t. de voornaam achter zich kan laten.
Gezien de motivatie van verzoeker is de rechtbank van oordeel dat het verzoek voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Gelet hierop wijst de rechtbank het verzoek tot voornaamswijziging toe.