Uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 mei 2021

Verzoeker ondervindt in het dagelijks leven ernstige hinder van zijn eerste voornaam. De reden hiervoor is dat dit een vernoeming betreft zijn grootvader, door wie verzoeker in het verleden misbruikt is geweest. Hij heeft ten gevolge hiervan geen normale jeugd gehad en de littekens van het misbruik zijn thans nog steeds zichtbaar d.w.z. verzoeker heeft jarenlang therapie moeten volgen om het misbruik een plek te geven.

Verzoeker wordt in het dagelijks leven sterk door de naam belemmerd, in die zin dat hij zomaar last kan krijgen van een paniekreactie. Zo is hij bijvoorbeeld ook niet in staat om naar zijn geboorteplaats te gaan. Hij heeft noodgedwongen alle contacten met familie, vrienden en kennissen moeten verbreken omdat verzoeker deze band als te belastend ervoer. Ook op zakelijk gebied wordt verzoeker (in)direct door de naam gehinderd omdat hij bijv. in een recent verleden de werkrelatie met zijn collega’s al snel kwalificeerde als een dader-slachtoffer verhouding. De naam brengt bij verzoeker daarbij al dan niet bewust een reactie teweeg.

Verzoeker wil zich losmaken van zijn verleden en een nieuwe start kunnen maken. Hij meent dat een verzoek tot voornaamswijziging, in die zin dat de vernoeming naar zijn grootvader wordt geschrapt, een positieve bijdrage zal leveren aan zijn geestelijk herstel.

Gelet op de toelichting van verzoeker oordeelt de rechtbank dat er sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang. Zij wijst het verzoek tot voornaamswijziging toe.