Uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 mei 2020

Verzoekster gaat sinds haar geboorte door het leven onder de roepnaam José.* Om verzoekster onbekende redenen hebben de ouders van verzoekster kennelijk destijds verzuimd om deze roepnaam officieel te registreren. Aanvankelijk ervoer verzoekster hier geen, althans weinig last van. Het valt haar echter steeds zwaarder dat de sinds jaar en dag bestaande roepnaam niet officieel is. Zo lijkt zij op papier eigenlijk een andere identiteit te hebben vanwege de naam. Ze kan daarnaast haar roepnaam niet gebruiken bij het regelen van officiële zaken, waaronder het boeken van een vliegreis. Ook komt het met regelmaat voor dat verzoekster administratieve kosten maakt om haar naam te wijzigen, omdat de namen niet overeenkomen met de namen zoals die in Nederland officieel geregistreerd staan.

Verzoekster legt in de procedure een aantal bewijsstukken over, waaruit blijkt dat verzoekster reeds vanaf haar geboorte door het leven gaat onder de roepnaam José. Zij wenst voor nu en de toekomst de door haar ervaren hinder weg te nemen en deze roepnaam te formaliseren. Ook legt zij een uitspraak over van de rechtbank Oost-Brabant van 14 februari 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1085, waarin de feiten en omstandigheden soortgelijk waren als die in deze procedure. Gelet op de overwegingen van de rechtbank in die zaak – en waarbij de rechtbank het verzoek toewees- vindt verzoekster dat ze er belang bij heeft om haar voornaam te wijzigen. Ze stelt verder dat het maatschappelijke belang bij een consistente hantering van voornamen in deze dient te wijken voor het persoonlijk belang van verzoekster om haar voornaam te wijzigen.

De rechtbank wijst, gelet op de motivatie van verzoekster, het verzoek toe. Er heeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaatsgevonden.

* Echte voornaam is gefingeerd.