Uitspraak van de rechtbank Den Haag van 10 augustus 2020

Verzoekers hebben een dochter van enkele maanden oud. Omdat zij van Chinese afkomst zijn en het binnen de Chinese cultuur gebruikelijk is dat een kind een Chinese voornaam krijgt, hebben verzoekers haar een Chinese tweede voornaam gegeven.

Al snel kregen verzoekers echter spijt van de naamkeuze. De dagen rondom de geboorte van de minderjarige waren zeer hectisch voor verzoekers en ze hadden er onvoldoende bij stilgestaan dat de gekozen tweede voornaam binnen de familie zeer slechte herinneringen oproept aan het verleden. Toen verzoekers de voornamen van de minderjarige binnen de familie kenbaar maakte, leidde dit tot veel weerstand en riep verdriet.

Om te voorkomen dat de associatie rondom de negatieve gebeurtenissen wordt opgeroepen door de tweede voornaam van de minderjarige, willen verzoekers de naam schrappen. Ze hebben veel spijt van de naamkeuze en ze maken zich zorgen dat de gekozen voornamen al dan niet op latere leeftijd psychologische gevolgen voor de minderjarige met zich mee zullen brengen. De naamswijziging is voor hen, zeer belangrijk. Zij voelen zich schuldig naar de minderjarige toe en hebben zeer veel spijt van hun oorspronkelijke naamkeuze.

Gelet op de motivatie van verzoekers wijst de rechtbank het verzoek toe. Er heeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaatsgevonden.