Uitspraak van de rechtbank Den Haag van 17 juni 2021
Verzoekers zijn sinds kort ouders van een dochter. Ze hebben bij de geboorteaangifte van hun dochter bewust gekozen voor de naam Else.*
Na de geboorte van hun dochter hebben verzoekers zich gerealiseerd dat zij hun dochter niet hebben vernoemd, maar dat wilden zij eigenlijk wel. Vooral verzoeker betreurt dit, omdat hij graag de minderjarige had willen vernoemen naar wijlen zijn vader. Verzoekers zouden het een mooi gebaar vinden om hun dochter alsnog naar hem te vernoemen. Aan de andere kant heeft de minderjarige via de naam binding met haar grootvader.
Aldus is na de geboorte van de minderjarige de wens bij verzoekers ontstaan om hun dochter alsnog te vernoemen. Verzoekers achtten deze vernoeming belangrijk in verband met het volgende:
– Verzoekers achtten dit van belang in verband met de afstammingsband van hun dochter;
– In zekere zin is sprake van een fout geweest bij de geboorteaangifte, omdat verzoekers (achteraf) hun dochter toch hadden willen vernoemen.
De rechtbank acht voldoende aannemelijk gemaakt dat verzoekers een voldoende zwaarwichtig belang hebben bij het verzoek tot voornaamswijziging. Zij wijst de aanvraag toe.
* Echte voornaam is gefingeerd.