Uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 juni 2020

Verzoekster gebruikt al van jongs af aan een andere roepnaam dan haar officiële naam. Omdat ze de naam al jarenlang voert, is ze tot de conclusie gekomen dat de afwijkende roepnaam haar steeds meer begint te storen. Ze staat bij vrienden, familie en kennissen bekend met haar roepnaam en velen zijn er niet van op de hoogte dat verzoekster een andere officiële voornaam heeft.

Als verzoekster met haar officiële voornaam wordt geconfronteerd, gaat het in haar  beleving om iemand anders. Ze ziet zich ook regelmatig voor het feit gesteld dat ze dient uit te leggen waarom haar officiële voornaam afwijkt van haar roepnaam. Gezien het verschil in de feitelijke en officiële situatie voelt verzoekster zich ‘twee personen’. Verzoekster kan met behulp van bewijsstukken aantonen dat ze de roepnaam zoveel mogelijk in het dagelijks verkeer gebruikt. Gelet daarop meent ze dat het in haar belang is dat haar roepnaam officieel wordt gemaakt, zodat haar huidige voornaam voortaan alleen als tweede naam zal voeren.

Mede gelet op het feit dat verzoekster kan aantonen dat ze de naam in het dagelijks verkeer gebruikt, staat voor de rechtbank vast dat ze er belang bij heeft om haar roepnaam te formaliseren. De rechtbank wijst het verzoek tot voornaamswijziging toe. Er heeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaatsgevonden.