Uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 februari 2020

Verzoekster is omstreeks 2010 vanuit Thailand naar Nederland geëmigreerd. Kort daarvoor had zij in Thailand haar voornaam laten wijzigen.

In Thailand is het relatief eenvoudig om de officiële voornaam te veranderen, waarbij het gebruikelijk is om een voornaam te kiezen die op dat moment het beste bij die persoon past. De nieuwe voornaam van verzoekster heeft een speciale betekenis en past goed bij haar.

Ondanks voormelde voornaamswijziging ondervindt verzoekster van deze naam in Nederland evenwel hinder. De naam is in Nederland ongebruikelijk en verzoekster merkt vaak dat anderen de naam beschouwen als vreemd. Mensen hebben ook vaak moeite om de naam uit te spreken.  Omdat het in Thailand gebruikelijk is dat personen een niet-geregistreerde roepnaam hebben, wil verzoeker dat haar Thaise roepnaam in Nederland officieel wordt vastgelegd.  Aldus wenst zij door middel van een verzoek tot voornaamswijziging dat de sinds jaar en dag bestaande (niet-officiële) roepnaam in de Nederlandse registers geformaliseerd wordt, opdat zij niet langer hinder zal ondervinden van haar huidige voornaam.

Verzoekster beschikt over een originele, gelegaliseerde Thaise geboorteakte. Deze is bruikbaar in Nederland. De rechtbank wijst het verzoek tot voornaamswijziging toe en geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand de opdracht om de geboorteakte van verzoekster in te schrijven.