Uitspraak van de rechtbank Limburg van 21 mei 2021
Verzoekster kreeg bij haar geboorte oorspronkelijk een roepnaam, maar haar ouders hebben die bij de geboorte nooit doorgeven. De roepnaam staat om die reden nergens officieel geregistreerd.
Dit vindt verzoekster hinderlijk; ze heeft haar hele leven de roepnaam gedragen en op papier lijkt het alsof verzoekster eigenlijk anders heet (in die zin, dat anderen haar aanspreken met haar doopnaam). Dat levert vaak bij anderen vaak verwarring op. Verzoekster raakt vaak in discussies verzeild v.w.b. haar naam (zowel zakelijk als privé) en dient dan aan anderen uit te leggen dat ze eigenlijk A heet en niet B. Verzoekster meent, dat het haar dagelijks welzijn en geluksgevoel ten goede zou komen als haar roepnaam zou zijn geformaliseerd, zodat ze hierover niet langer aan anderen uitleg hoeft te geven. Het zou haar ook sterken in haar gevoel van identiteit, want elke keer als ze (noodgedwongen) de namen dient te gebruiken voor het regelen van officiële zaken, dan voelt het alsof ze niet ‘zichzelf’ kan zijn; de namen lijken aan iemand anders te refereren. Verzoekster gebruikt haar roepnaam reeds vanaf haar prille jeugd.
Verzoekster legt bij het verzoek tot voornaamswijziging een aantal bewijsstukken over, waaruit blijkt dat ze in het dagelijks leven de betreffende roepnaam gebruikt.
De rechtbank oordeelt dat verzoekster een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij het verzoek tot voornaamswijziging. Zij wijst de aanvraag toe.