Uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 6 mei 2021
Verzoeker is van Nederlandse origine en is in 2003 in aanraking gekomen met het hindoeïsme. Dit heeft ertoe geleid dat hij in 2004-2006 een half jaar in een hindoeïstisch klooster in India heeft gewoond. Sindsdien bezoekt verzoeker dit klooster elk jaar voor een aantal weken. Hij is ook praktiserend hindoe.
Hij wil nu graag zijn voornaam wijzigen in Aahan*, omdat hij bij zijn bekering tot het hindoeïstisch geloof de nieuwe naam Aahan heeft aangenomen en deze naam voert hij sindsdien op dagelijkse basis; hij staat inmiddels als zodanig bij familie, vrienden en kennissen bekend onder deze naam. Waar mogelijk voert hij de naam Aahan ook in het zakelijk verkeer; zo gebruikt hij de naam al sinds 2006 en ook op werk wordt hij met de hindoeïstische naam aangesproken. Hij gebruikt bijvoorbeeld voor zijn werk een zakelijk mailadres waarin zijn hindoeïstische voornaam voorkomt.
De reden dat verzoeker koos voor de naamsverandering in Aahan, is vanwege het feit dat verzoeker veel meer positiviteit in zijn leven ervaart sinds hij het hindoeïsme belijdt. Hij heeft ook een grote persoonlijke verandering ondergaan en het hindoeïsme is een onderdeel van zijn identiteit. Voor verzoeker is enkel het gebruik van de informele roepnaam Aahan in het dagelijks verkeer niet voldoende, mede omdat hij soms vragen krijgt over zijn officiële voornamen. Verzoeker meent een voldoende zwaarwichtig belang bij dit verzoek tot voornaamswijziging te hebben en meent dat e wettelijke bepalingen zich niet tegen de gevraagde wijziging verzetten en dat, tot slot, de voornamen geoorloofd zijn.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek voldoet aan de wettelijk gestelde voorwaarden en dat de aanvraag niet onrechtmatig of ongegrond is. Zij wijst het verzoek tot voornaamswijziging (schriftelijk) toe. Er heeft geen mondelinge behandeling ter zitting plaatsgevonden.
* Echte voornaam is gefingeerd.