Uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 28 mei 2021
Verzoekster ervaart ernstige hinder van haar huidige voor- en geslachtsnaam. Reden hiervoor is dat verzoekster altijd een zeer slechte band heeft gehad met haar ouders en de naam haar direct in herinnering doet brengen aan een verleden van mishandeling en (geestelijke) verwaarlozing.
De ouders gebruikten de naam van verzoekster vaak als ‘scheldwoord’. Elke keer dat verzoekster met haar naam wordt geconfronteerd, legt zij (on)bewust de link met dit ingrijpende verleden. Verzoekster heeft jarenlang therapie gevolg om het verleden met haar ouders af te sluiten. Ze is echter tot de conclusie gekomen dat zij de gebeurtenissen uit het verleden nooit geheel zal kunnen wissen. De naam belemmert haar in haar dagelijks functioneren, reden dat zij voorgoed afstand wenst te doen van haar voornaam en zich wil kunnen richten op de toekomst.
De psycholoog van verzoekster onderschrijft haar belang om haar voor- en geslachtsnaam te veranderen. Zij heeft bij verzoekster PTSS-klachten heeft vastgesteld. De vroegere gebeurtenissen met haar ouders hebben bij verzoekster geleid tot extreme stress en de naam staat daarmee vrijwel direct in verbinding. De psycholoog stelt in de verklaring dat de naam een negatieve invloed heeft op de mentale balans en stemming van verzoekster. De naam staat verzoekster in de weg aan het bouwen van autonomie en individualiteit. Het doen verwijderen van de naam zal tot gevolg hebben dat verzoekster zich kan ontvlechten van haar ouderlijke familie.
Verzoekster de keuze gemaakt voor een aantal nieuwe voornamen, die voor haar een speciale betekenis hebben. Zij zou zich gelukkig voelen indien deze namen officieel kunnen worden gemaakt.
De rechtbank wijst, gezien de motivatie van verzoekster, het verzoek toe.