Uitspraak van de rechtbank Overijssel van 2 april 2021
Verzoekster en de vader hebben een dochter. Samen kozen zij bij de geboorte van hun dochter voor twee voornamen, maar door een vergissing van de vader, in die zin dat hij het was vergeten, gaf hij alleen de eerste voornaam aan. Verzoekster betreurde dit toentertijd ten zeerste, maar ondanks een discussie over de kwestie was het niet mogelijk om de tweede voornaam alsnog te doen toevoegen. Zij hebben althans er niet voor gekozen om een rechtbankprocedure te volgen.
Verzoekster en de vader zijn van islamitische afkomst en hechten veel waarde aan een aantal rituelen. Een daarvan is dat het belangrijk is dat tijdens een ritueel de imam de naam van het pasgeboren kind in het oor fluistert en de naam driemaal noemt. Bij dit ritueel fluisterde de imam toentertijd de twee namen van hun dochter, al zijn dit aldus officieel gezien niet haar voornamen. Verzoekster acht het om deze reden (zeer) belangrijk dat haar dochter de tweede voornaam alsnog krijgt.
Tussen de vader en de minderjarige is sinds ongeveer 2013 geen contact meer heeft met de minderjarige. Verzoekster wenst nu een aantal zaken goed voor haar kinderen te regelen, waaronder de gewenste voornaamswijziging. Mede gezien het rituele gebruik binnen het islamitisch geloof m.b.t. de voornaam acht verzoekster het (zeer) belangrijk dat de minderjarige alsnog de tweede voornaam krijgt, precies zoals de bedoeling van partijen was bij de geboorte. De minderjarige beschouwt het als ‘haar’ voornaam. Verzoekster vindt dat ze een voldoende zwaarwichtig belang bij het verzoek heeft en bovendien wil haar dochter de tweede voornaam ook heel graag.
De vader sprak het verzoek tegen, maar mede omdat de dochter de gewenste voornaam graag wilde en de vader (alsnog) geen inhoudelijke argumenten tégen het verzoek had, wees de rechtbank het verzoek toe. Het verzoek is door de rechtbank wel op zitting behandeld i.v.m. de standpunten van partijen.