Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 2 juni 2021

Verzoekster ondervindt in het dagelijks leven sterke hinder van haar officiële voornaam, Keya.* Ze draagt al sinds haar geboorte de roepnaam Amina. Daardoor is er sprake van een afwijkend naamgebruik in het dagelijks leven. Ze wordt door iedereen met de roepnaam Amina aangesproken; ze staat onder deze naam bekend op werk, op school, bij familie en vrienden. Ze gebruikt haar officiële voornaam nagenoeg alleen als het écht moet, namelijk bij het regelen van officiële zaken. In die gevallen levert het bij verzoekster vaak gevoelens van verwarring op, omdat ze namelijk een naam ziet ‘die niet van haar is’. Het levert dissociatie op van haar identiteit. Ze voelt zich gefrustreerd als ze voor officiciële zaken haar officiële namen dient te gebruiken i.p.v. haar roepnaam en geeft haar het gevoel dat ze zichzelf niet kan zijn.

Verzoekster ervaart de naam Keya daarnaast als ouderwets. Ze wordt soms geplaagd met de naam en dat ervaart ze als hinderlijk. Verzoekster probeert waar mogelijk de naam Amina in het dagelijks leven te gebruiken. Dat lukt tot op zekere hoogte; zo heeft ze kunnen regelen dat ze op haar werk onder deze naam wordt aangesproken. Verzoekster raakt vaak echter v.w.b. haar voornaam vaak in vermoeiende discussies verzeild, omdat ze regelmatig uitleg moet geven waarom ze feitelijk twee namen heeft. Ze wil al van haar voornaam af vanaf haar 12e levensjaar. Een laatste reden voor dit verzoek, is dat verzoekster is vernoemd naar haar grootmoeder (mz.). Zij was echter al overleden voordat verzoekster geboren was en verzoekster heeft met haar aldus nooit een band kunnen opbouwen. Verzoekster vindt het vervelend om te zijn vernoemd naar een persoon die zij nooit heeft gekend.

Tot slot is redengevend, dat de ouders van verzoekster haar eigenlijk ook de naam Amina hadden willen geven. De moeder van verzoekster kon de geboorteaangifte echter niet zelf regelen en toen heeft de vader – op eigen initiatief – de naam Keya gekozen. Verzoekster heeft dit altijd bezwaarlijk gevonden, mede omdat haar vader haar ook gewoon aanspreekt met de naam Amina.

De rechtbank wijst, gezien de motivatie van verzoekster, het verzoek toe.

* Echte voornamen zijn gefingeerd.