Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 28 oktober 2020
Verzoeker ondervindt al vanaf zijn jeugd hinder van de voornaam, Damian.* Reden hiervoor is onder meer omdat het vaak verkeerd wordt uitgesproken (Daamian i.p.v. Damian, spreek uit: Dee-mi-jen). De voornaam van verzoeker wordt aldus op zijn Hollands uitgesproken, maar hij en zijn ouders gebruiken de Engelse uitspraak.
Daarnaast heeft verzoeker m.n. gedurende zijn jeugd veel te maken gehad met vervelende ervaringen rondom een personage dat naar de naam Damian vernoemd was. Daardoor heeft verzoeker een sterke afkeer jegens zijn voornaam ontwikkeld. Hij wilde op een bepaald moment zelfs niet meer naar school i.v.m. de pesterijen/plagerijen rondom zijn voornaam. Ook maakten niet alleen zijn medeleerlingen deze fout, maar ook leraren spraken de voornaam van verzoeker vaak verkeerd uit. Ook nu in zijn volwassen leven komt het vaak voor dat de voornaam geregeld niet juist wordt uitgesproken. Verzoeker verkeerde in de veronderstelling dat het beter zou worden naarmate hij ouder zou worden, maar dat bleek aldus niet het geval. Verzoeker krijgt nog op dagelijkse basis te maken met voornoemde grappen rondom zijn voornaam. Het helpt niet om anderen te doen corrigeren, omdat hij bijv. op zijn werk inmiddels alom bekend staat als Damian (met aldus de verkeerde uitspraak). Het kan niet meer worden aangepast, ondanks herhaalde uitleg aan anderen. Verzoeker wil daarom definitief afstand doen van zijn voornaam, zodat alle gevoelens van stress en ongemak zullen worden weggenomen.
De rechtbank oordeelt dat verzoeker de aanvraag voldoende heeft onderbouwd. Zij wijst het verzoek tot voornaamswijzing toe.
* Echte voornaam is gefingeerd.