Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 8 juli 2021
Verzoekers hebben twee dochters. Beide dochters hebben ze vernoemd naar hun ouders (aldus de grootouders van de minderjarigen).
Bij de geboorteaangifte hebben verzoekers er niet stil bij gestaan om ook de roepnaam van hun dochters te registreren; daardoor hebben zij wel de vernoeming naar hun grootouders, maar de dagelijks gebruikte roepnaam ontbreekt op hun legitimatiebewijs.
Beide minderjarigen vinden het mooi dat ze zijn vernoemd naar hun grootouders, maar verzoekers hebben de overtuiging dat de ze het bezwaarlijk vinden dat hun roepnaam nergens officieel staat vermeld. Zo hebben de minderjarigen, ondanks hun jonge leeftijd, al enkele problemen hiermee ervaren. Zo zijn ze de afgelopen jaren enkele keren bijv. naar het ziekenhuis geweest, waarbij ze dan werden opgeroepen met hun officiële voornaam i.p.d. de roepnaam. Ook heeft het een keer problemen opgeleverd met inchecken op vakantie. Tot slot krijgen de minderjarigen een enkele keer post, waarop dan per abuis de verkeerde aanhef wordt gebruikt (bijv. aan Esmee*); of (“aan de ouders/verzorgers van Esmee”). Verzoekers merken als ouders dat het de minderjarigen in toenemende mate begint te storen. Verzoekers hebben het uitgebreid met de minderjarigen gehad over de mogelijkheid om de naam officieel te ‘wijzigen’, zodat hun roepnaam officieel wordt. Beide minderjarigen hebben bij verzoekers aangegeven dit graag te willen.
Gezien de toelichting van verzoekers, wijst de rechtbank het verzoek tot voornaamswijziging toe. Voortaan staat ook de roepnaam officieel op het legitimatiebewijs van de minderjarigen vermeld.
* Echte voornaam is gefingeerd.