Uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 9 september 2020

Verzoekers zijn van Vietnamese afkomst en hebben sinds kort een dochter. Bij de geboorte van hun dochter hadden ze de intentie om haar in Vietnam te registreren met de in Nederland aangegeven namen, maar toen gaven de Vietnamese ambassade aan dat dit niet mogelijk was, omdat de naam Westers zou zijn. Dit heeft ertoe geleid dat verzoekers de naam van hun dochter, zoals deze in Nederland geregistreerd staat, willen wijzigen.

Verzoekers hebben oorspronkelijk getracht om hun dochter in Vietnam aan te geven als met twee Engelstalige namen. Dit bleek aldus niet mogelijk. Het Vietnamese Burgerlijk Wetboek vermeldt in dit kader dat een gegeven naam niet in conflict mag raken met de Vietnamese taal. Artikel 26 lid 3 vermeldt hieromtrent: “The name of each Vietnamese citizen must be in Vietnamese or other ethnic minority languages of Vietnam and not include any figure or any symbol other than a letter.”

De reden dat verzoekers de voornaam van hun dochter willen wijzigen, is onder meer omdat ze waarschijnlijk op termijn naar Nederland zullen verhuizen. Voor verzoekers voelen de huidige voornamen van de pupil niet compleet: zo hebben zij bijvoorbeeld niet de intentie om hun dochter naar een Vietnamese school te sturen en verzoekers willen hun dochter zoveel als mogelijk meegeven van haar Nederlandse achtergrond.

Bij familie en vrienden staat de dochter van verzoekers al bekend onder de nieuw gekozen voornamen. Dit betreffen kennissen als familieleden zowel in Nederland als in Vietnam. in Mede om die reden hebben verzoekers er een zwaarwegend belang bij dat de namen van hun dochter als zodanig geformaliseerd worden naar het recht van Nederland. Vervolgens hebben verzoekers  de intentie om de in Nederland uitgesproken voornaamswijziging naar het recht van Vietnam geformaliseerd te krijgen.

De rechtbank oordeelt dat verzoekers een voldoende zwaarwichtig belang hebben bij het verzoek tot voornaamswijziging. Zij wijst de aanvraag toe.