Uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 november 2020
Verzoekster is in het verleden veelvuldig gepest geweest vanwege haar voornamen. Omdat verzoekster van Vietnamese afkomst is, waren de moeder en zus van verzoekster al op vroege leeftijd bang dat de voornamen van verzoekster op school niet goed zouden worden uitgesproken. Om die reden bedachten ze voor verzoekster een andere roepnaam.
De voornaam leidde in de praktijk echter al snel tot pesterijen; verzoekster werd op school vaak gepest omdat de naam ongebruikelijk was in Nederland. Dit was voor verzoekster een zeer traumatische ervaring. Als klein kind was verzoekster hierdoor al erg onzeker. Het leidde ook tot sociale angst, omdat verzoekster zich op een bepaald moment nauwelijks meer durfde voor te stellen aan anderen. Dit gold onder meer als zij op school een groep hoger ging. Verzoekster wil haar huidige voornaam nooit meer horen.
Op de middelbare school koos verzoekster ervoor om haar echte voornaam aan te houden (dus niet langer de roepnaam). Verzoekster kwam er toen achter dat haar moeder en zus gelijk hadden: de voornamen werden door anderen geregeld verkeerd uitgesproken. De hinder werd nog erger toen de ouders van verzoekster gingen trouwen, omdat haar geslachtsnaam toen werd veranderd. Dit gaf aanleiding tot (nieuwe) pesterijen. Verzoekster had nauwelijks vrienden op school. Het leidde bij verzoekster tot een depressie en op een bepaald moment ging zij enkele weken niet meer naar school. Verzoekster was lusteloos.
Ondertussen ontstond thuis onenigheid tussen verzoekster en haar ouders omdat haar ouders aangaven dat verzoekster blij moest zijn met wat ze had. In de Aziatische cultuur heerst veelal het uitgangspunt dat er niet zoiets bestaat als een depressie. Verzoekster verbleef op school enkel in de bibliotheek en ging niet meer naar de les. Het ging op school niet goed en thuis ook niet. De leerplichtambtenaar kwam er op een bepaald moment aan te pas. Verzoekster wilde al veel eerder haar voornaam wijzigen, maar voor de 18e verjaardag moet dit via de ouders. Die wilden dit verzoek niet voor verzoekster indienen. Verzoekster en haar ouders hadden bovendien ook niet de financiële middelen.
Verzoekster had het gevoel dat ze nog steeds niet haar identiteit had gevonden. Ze kwam in een zware depressie terecht. Mede vanwege de Aziatische cultuur, waarbij – zoals gememoreerd – dit wordt gezien als zwakte, schaamde verzoekster zich voor haar depressie. Niemand wist hiervan af. Het heeft het leven van verzoekster zodanig beïnvloed, dat ze er op school bijna niks meer van wist te maken. Verzoekster wil nu haar roepnaam wijzigen naar een bepaalde naam. Ze voelt zich hier heel goed bij. Een deel van de roepnaam zit nog steeds in haar voornamen, zodat ze niet het gevoel heeft haar ouders teleur te stellen. De roepnaam wordt echter nooit verkeerd uitgesproken en ze wordt er ook niet mee geplaagd of gepest. Nu wil zij de voornaamswijziging realiseren, zodat haar officiële voornamen nergens meer terugkomen. Ze heeft een trauma overgehouden aan de voornamen en wil daarvan afstand doen.
De rechtbank wijst het verzoek tot voornaamswijziging toe. Verzoekster kan na afronding van de hoger beroepstermijn haar nieuwe namen gebruiken.