Uitspraak van de rechtbank Noord-Holland d.d. 13 januari 2023

Op 13 januari 2023 heeft de rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak omtrent de voornaamswijziging van een minderjarige. De moeder, als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige, heeft verzocht de voornamen van de minderjarige te wijzigen van [huidige naam] in [gewenste naam]. Daarnaast wil de moeder de noodzakelijke toestemming van de vader vervangen op basis van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek. Dit was namelijk van belang, omdat zij met de vader het gezamenlijk gezag had, en de vader voor de wijziging geen toestemming gaf. Evenwel vond de moeder, dat haar kind een bestendige wens tot geslachtsverandering had en dat het kind veel ongemak ervoer van de huidige officiële voornamen. De rechtbank oordeelt dat een zwaarwichtig belang aanwezig is voor de wijziging van de voornamen en wijst het verzoek toe.

De zaak

De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarige. Op het moment dat de minderjarige de puberleeftijd begon te bereiken, kwam zij tot de conclusie dat zij transgender is en zich eigenlijk als een jongen beschouwt. Op grond van artikel 1:28a BW zou de minderjarige haar geslacht en voornamen via de gemeente kunnen wijzigen, maar daarvoor is een deskundigenverklaring vereist. Deze verklaring heeft de minderjarige nog niet. De minderjarige heeft volgens de moeder een diepgewortelde wens haar voornamen reeds nu te wijzigen, zodat ze in het maatschappelijk verkeer de naam [gewenste naam] kan voeren. De minderjarige is standvastig in haar wens om deze voornaam aan te nemen. Het enkele informele gebruik van de roepnaam is volgens de moeder niet voldoende, aangezien de minderjarige er last van ondervindt zodra ze met haar officiële voornamen wordt geconfronteerd. De minderjarige zal de komende jaren de route via de genderpoli volgen. De moeder meent dat de minderjarige in haar gevoel van identiteit zal worden gesterkt als haar voornamen worden gewijzigd.

De minderjarige heeft inmiddels een doorverwijzing gekregen naar de genderkliniek UMC in Amsterdam en zal daar naar verwachting een traject van geslachtsverandering ingaan. Informeel wordt de minderjarige al genoemd zoals zij wenst, maar zij wil graag haar naam ook formeel laten wijzigen zodat haar voornamen ‘gewenste naam’ voortaan zullen zijn.

De vader wil de minderjarige de ruimte geven, maar is bang dat zij spijt gaat krijgen van een naamswijziging. Hij is van mening dat de minderjarige haar huidige voornamen moet behouden totdat zij de meerderjarige leeftijd bereikt heeft. De vader wil graag betrokken worden bij het leven van de minderjarige, maar heeft volgens de moeder afgehaakt en erkent de gevoelens van de minderjarige als jongen niet.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt als volgt. Op verzoek van een persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger kan de rechtbank voornamen wijzigen, maar er moet een zwaarwichtig belang zijn en de voornamen mogen niet ongepast zijn of overeenkomen met bestaande geslachtsnamen. Er is geen specifieke definitie van wat een zwaarwichtig belang inhoudt, maar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft bepaald dat voornamen vallen onder het begrip privéleven en familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 EVRM. In dit geval heeft de rechtbank besloten om de voornamen van een minderjarige te wijzigen vanwege een bestendige wens tot geslachtsverandering en het feit dat de minderjarige veel ongemak ervaart van haar huidige voornamen, die ze associeert met een meisje, terwijl ze zich een jongen voelt. De rechtbank heeft de overtuiging dat het een weloverwogen keuze van de minderjarige is om haar voornamen te wijzigen en dat dit helpend zal zijn bij het proces van geslachtsverandering. Aangezien het openbaar belang zich niet verzet tegen de verzochte wijziging van de voornamen, wijst de rechtbank het verzoek toe.